De nacht van donderdag op vrijdag gaat zonder twijfel de Oostenrijkse boeken in als een memorabele. Het dorpje Oberndorf an der Melk noteerde gisteren een junirecord met 36,1℃. Moment van meting: 23.30 uur 's avonds! Tegelijk zien de vooruitzichten voor de zomer er veelbelovend uit. Wat heeft het een met het ander te maken?
Oberndorp an der Melk zal weinigen iets zeggen, maar het is een dorpje in de deelstaat Niederösterreich aan de noordelijke rand van de Alpen. Sinds 1977 worden hier weerdata gemeten en niet eerder werd er zo’n hoge junitemperatuur gemeten als de 36,1℃ van gisteren. Nu sneuvelen de temperatuurrecords in de zomer de laatste jaren bij de vleet, maar een niet onbelangrijk detail bij dit record is het moment: net voor middernacht. Het bleek geen meetfout, want weerstations in de omgeving zaten tussen 23.00 en 24.00 uur ook tussen de 34 en 36 graden.
De reden dat het zo heet kon worden had te maken met föhn. Bekijk hier wat föhn precies is.. Maar föhn komt vaker voor en dat het dit keer zo laat - na zonsondergang - zo heet kon worden kan niet los worden gezien van klimaatverandering.
Daarmee komen we op mijn zomerverwachting voor de Alpen: we krijgen een warme zomer. Ik ben trouwens niet de enige weerman die hier vanuit gaat. We hebben namelijk te maken met een veel warmere Atlantische Oceaan en Middellandse Zee dan normaal. Het water is op dit moment 3 tot 5 graden warmer dan gemiddeld. Dus ook als de wind van zee komt zal het minder kunnen afkoelen dan normaal. En komt de wind niet van zee, dan wordt het sowieso warm. De enige escape mijns inziens voor een relatief koele zomer is dat we in juli en augustus een natte winderige noordwestelijke stroming krijgen met weinig zon, maar die settings komen de laatste jaren weinig voor.
Het warme zeewater is mede een gevolg van een hoge luchttemperatuur het afgelopen half jaar en dat komt deels weer door klimaatverandering. Daarmee is de cirkel rond. We zien een zichzelf versterkend effect van klimaatverandering, warm zeewater, hogere luchttemperaturen en minder zomersneeuw in de bergen wat maakt dat we nauwelijks meer terug kunnen naar de koele zomers van voorheen. De cijfers ondersteunen dat. De afgelopen decennia zijn de zomers in de Alpen structureel opgewarmd.
Dit is de ontwikkeling van de temperatuur in Oostenrijk in de zomer, afgezet tegen het gemiddelde uit de periode 1961-1990. Conclusie: het warmt alsmaar verder op. De andere Alpenlanden laten dezelfde temperatuurontwikkeling zien en er is weinig aanleiding om aan te nemen dat die trend onderbroken gaat worden.
De zomers warmen harder op dan het klimaatgemiddelde (gemiddelde over de laatste 30 jaar) kan bijhouden. Het is dus geen rocket science om een relatief warme zomer te voorspellen. Hoewel de gletsjers er zichtbaar onder te lijden hebben en de permafrost verdwijnt, met alle negatieve gevolgen van dien, zitten er ook enkele voordelen aan. Zo worden de bergen de komende decennia waarschijnlijk een ideaal toevluchtsoord voor vakantiegangers. Doordat het in Spanje en Italië op den duur weleens té warm kan gaan worden in de zomer, worden de bergen steeds aantrekkelijker. Het is minder heet dan rond de Middellandse Zee, voor afkoeling kun je de hoogte in en de nachten zijn relatief koel. Het klinkt pervers maar voor het zomertoerisme in de bergen lijkt de klimaatontwikkeling niet zo’n slechte ontwikkeling.