De beste tips voor als je voor het eerst gaat bergwandelen

Je gaat voor het eerst wandelen in de bergen. Wat een goed idee! Wandelen in de bergen is lekker sportief en brengt je op plekken met het meest geweldige uitzicht. Het is een absolute aanrader om een keer te doen. Maar je kunt het wandelen in de bergen niet vergelijken met het wandelen in het vlakke Nederland of België, dus hier wat tips voor iedereen die voor het eerst richting de mooie bergpaadjes gaat!

Kijk niet in kilometers maar in hoogtemeters

Als vlaklander ben je waarschijnlijk gewend om wandelingen en tochten in kilometers uit te drukken. Maar zoals je wel zal verwachten is een kilometer omhoog lopen wat anders dan op het vlakke. Dus kijk in de bergen naar de hoogtemeters die je aflegt en niet naar de totale afstand. Als je een berekening wilt maken hoe lang je over een tocht doet, hou dan, als beginnende wandelaar, een zo’n 300 hoogtemeters per uur aan. Geoefende wandelaars lopen rond de 400 hoogtemeters per uur omhoog, deze laatste snelheid wordt ook in wandelgidsen en op bordjes aangehouden.

Vertrek op tijd!

Er zijn drie redenen om in de zomer op tijd te vertrekken. Ten eerste zijn veel bergwanden waar je loopt in de zomer een soort snelkookpan. Als het ‘s ochtends net aan 10° is kan het ‘s middags goed over de dertig graden heen komen. Dat loopt natuurlijk niet echt lekker en een zonnesteek ligt op de loer. (Je smeert je zelf natuurlijk goed in met zonnebrand).
Daarnaast heb je in de bergen in de middag vaak kans op onweer. Zelfs als het in het dal mooi weer is kan het rond de bergtoppen spoken. Als je vroeg vertrekt heb je hier geen last van. En als laatste bouw je door vroeg te vertrekken een reserve in. In de bergen kan de tijdsduur tegenvallen of er kunnen onverwachte zaken gebeuren, als je op tijd vertrekt ben je een stuk zekerder dat je ook op tijd weer veilig in het dal bent.
En een bonus-reden: als je vroeg (en voor de andere wandelaars) vertrekt heb je een grote kans op het zien van wilde dieren. Steenbokken, gemzen en zelfs marmotten hebben het niet op drukte, als jij op tijd vertrekt heb je kans ze rustig te kunnen aanschouwen.

Drink genoeg

De inspanning en de ijle berglucht maken dat je in de bergen snel veel vocht kwijt raakt. Zorg dus voor voldoende drinken. Reken bij flinke wandelingen toch wel op een liter meer dan je normaal zou drinken. Dat betekent dat je meer water mee moet nemen dan een 500 ml flesje. Ook kun je natuurlijk in een berghut wat te drinken bestellen. En dat is zonder alcohol natuurlijk. Een biertje of een wijntje doe je pas als je in het dal terug bent of op je slaapplaats bent aangekomen.
Zorg dat je voldoende drinkt, als je dorst krijgt ben je eigenlijk al te laat. Een goede check is altijd de kleur van je urine. Als deze erg licht van kleur is dan zit je nog goed, is je urine donker dan drink je niet voldoende. En bedenk bij een relatief laag vochtverlies van 2% (1,4 liter voor iemand van 70 kg) je al een prestatieverlies hebt van 10 %. Bij een hoger vochtverlies zal ook je reactiesnelheid achteruit gaan en ben je gevoeliger voor blessures. Kortom: drink voldoende!

Eet genoeg

Het is warm, je bent lekker bezig. Je hebt misschien helemaal niet zoveel zin om te eten. Toch is het bij langere wandelingen belangrijk om tijdig wat te eten. Het liefst gezonde en energierijke snacks. Denk aan fruit, gedroogde vruchten of een goede boterham. Dit is allemaal prima eten voor wandelaars. Ook hier geldt, net als bij drinken als je honger krijgt dat je eigenlijk te laat bent. Je verbrand door je actieve levensstijl in de bergen waarschijnlijk veel meer dan in Nederland. Ook is het lopen in de bergen veel zwaarder dan het wandelen in Nederland of België dus zorg echt dat je voldoende eet.

Kies voor de juiste schoenen

Je gaat in de bergen wandelen: dat doe je niet op je slippers, maar je hoeft ook niet per se met kilo’s zware leren bergschoenen omhoog te lopen. Die tijd ligt gelukkig ver achter ons. Kies voor de goede schoenen. Wat dat precies zijn, daar kunnen we blogs vol over schrijven, wat we zeker ook gaan doen. Gelukkig is het ook in het kort uit te leggen: kies een schoen die lekker zit, waar je tenen de ruimte hebben en welke voldoende ondersteuning bieden aan jouw enkels. Dat betekent dat mensen met sterke voeten lagere (approach) schoenen kunnen dragen. Personen die snel hun enkels verzwikken kiezen voor hogere schoenen. Als je op gemarkeerde paden blijft dan kun je voor soepelere en lichte schoenen kiezen dan als je door blokkenterrein gaat lopen. Belangrijke punten in goede bergschoen:

• Geschikt voor het terrein waar jij gaat lopen
• Goede pasvorm (hiel zit gefixeerd en ruimte bij de tenen)
• Goede zool welke goede grip geeft op rotsig terrein ook als deze nat is
• Zorg voor goede wandelsokken

Zorg voor goede kleding

Het lijkt een open deur maar zorg voor goede kleding. Bij een weersomslag kan het in de bergen zomaar tientallen graden afkoelen. Ook is het verschil tussen de zonkant en de schaduwkant van de berg enorm. Zorg dat je goede kleding hebt waarbij je jezelf warmer kan aankleden. Maar denk ook goed na over je eerste laag. Technische kleding die je transpiratievocht goed afvoeren zijn vele malen beter geschikt dan katoenen kleding.
Zorg daarnaast dat je voldoende bewegingsvrijheid hebt. Hier werkt sport- of outdoorkleding het beste. Je hebt waarschijnlijk de drang om bij warm weer zo ‘bloot’ mogelijk op stap te gaan, maar bedenk dat kleding ook een goede UV werende functie kan hebben. Vergeet sowieso geen petje tegen de zon, een goede zonnebril en zonnebrand en lippencreme.

Zorg voor informatie over de tocht die je gaat wandelen

Zorg dat je goed voorbereid bent. Kijk naar het weerbericht (en handel daarnaar) en weet waar je gaat wandelen. Zorg dat je een topografische kaart mee hebt, het is in de bergen heel belangrijk altijd te weten waar je bent! Laat ook iemand weten waar je heen gaat en wanneer je terug verwacht te zijn. En last but not least: begin rustig aan met kleine wandelingen en bouw dit langzaam uit.

Heel veel plezier in de bergen!