Je zit lekker op de camping in Frankrijk, aan de borden langs de weg zie je dat er een wegafsluiting aanstaande is. Niet zomaar een wegafsluiting, nee de Tour de France komt langs. Het grootste wielerspektakel ter wereld. Met miljoenen kijkers op tv één van de bestbekeken sportevenementen ter wereld. Niet alleen vanaf de bank trekt de Tour kijkers, ook langs de weg staan duizenden mensen klaar om de renners aan te moedigen, en natuurlijk voor de reclamekaravaan met alle goodies die worden uitgedeeld! Als je ooit de mogelijkheid hebt om een keertje langs de route te gaan staan, dit zijn mijn tips om een het beste te maken van een dagje Tour de France.
De snelheid, de kracht van de fietsers, het indrukwekkende circus dat langs je trekt. Je moet het een keer gezien hebben. Maar ik zeg het al, die snelheid van de renners… Voor de mensen voor wie een glas niet halfvol maar halfleeg is, is het een hele dag lang wachten om in enkele seconden de wielrenners langs te zien zoeven. Het mag voor zich spreken, als je echt wilt genieten van het kijken naar de wielrenners dan kun je beter de TV aanzetten. Maar als je wilt zien hoeveel pijn het de wielrenners kost, ga dan eens op een bergcol staan!
Voor veel mensen is de tourkaravaan, de reclamestoet die voor de tour uitrijdt, misschien wel de reden om de tour te gaan bekijken. Want hier worden allerlei goodies uitgedeeld. Denk aan sleutelhangers, snoepjes, worstjes, t-shirts, petjes en wat al niet meer. Tot groot plezier van kinderen, en volwassenen. De karavaan rijdt ongeveer een uur langs de toeschouwers en maakt er een waar feest van!
De start is een perfecte plek als je veel wilt meekrijgen van de renners en de Tour, zonder dat je de hele dag kwijt bent. De karavaan en de renners vertrekken vrij snel achter elkaar. Je wordt hier de hele ochtend beziggehouden met muziek, het podium met de podiumceremonie en in normale, niet corona-jaren, kun je bij de bussen een glimp van je favoriete wielrenners opvangen. Het grote voordeel van het kijken bij de start is dat je na de start meteen weg kunt en niet vastzit op een hoge bergcol. In enkele uurtjes heb je heel veel gezien, heel veel karavaangoodies bij elkaar gesprokkeld en je bent rond de lunch weer thuis! Kan niet beter, toch?
Wil je echt een dag feest mee maken? Ga dan, het liefst op de fiets, naar een steile bergcol. Duizenden fans verzamelen zich hier om te genieten van het feest dat de Tour heet. Er wordt gezongen, gedanst, gedronken en gejuicht. Dit is de plek waar je ook het meeste van de wedstrijd mee zult krijgen. Het verschil tussen de koplopers en de hekkensluiters kan zomaar een uur zijn. Zo heb je lang plezier van de Tour! Als je hier met de fiets naartoe komt kun je na de laatste renners en auto’s vrij snel naar beneden. Als je met de auto bent moet je uren wachten voor je weg mag. Maar zelfs als je te voet of met de fiets komt, houd er op een klim rekening mee dat je een hele dag weg bent!
Als je echt maar een uurtje hebt, zoek dan ergens een kruising op waar je eenvoudig kunt komen, en weg kunt gaan. Check goed de tijden van de Tour en je kunt op tijd aankomen en snel weg gaan. Let wel: op dit soort plaatsen zijn de wielrenners echt in enkele minuten voorbij. Zoek een helling op om het iets langer te laten duren, maar als het geen lange klim is rijden de mannen zo meer dan dertig kilometer per uur omhoog. Dus ook dat gaat snel. Toch is dit de beste methode als je niet veel tijd hebt, en de karavaan komt evengoed lang!
Het mag voor zich spreken, maar ga niet in de afdaling staan om de Tour te bekijken. De karavaan zal je hier niets geven en de wielrenners rijden zo absurd hard dat je ze amper zult zien. Buiten dat je er weinig aan hebt, is het ook gewoon gevaarlijk!
En dan nog een vraag van alle wielerfans en wielrenners: zorg dat de wielrenners in hun ultieme inspanning veilig zijn. Ren niet mee, wapper niet met vlaggen naast de wielrenners, maak geen selfies met je rug naar het peloton en steek zeker geen rookbommen af. Wees ook voorzichtig met kinderen en laat zo mogelijk je hond thuis. Zo is het voor iedereen veiliger, en ik herhaal het nog een keer: niemand zit te wachten om jou naast de wielrenners te zien rennen.