De zomer zit stevig in het zadel, ook komende week. Bovendien is de kans op onweer relatief klein, in tegenstelling tot afgelopen weekend toen het zeker in de Italiaanse Alpen flink tekeer ging.
Vrijdag en zaterdag was het plaatselijk bar en boos, zoals in het vorige weerbericht min of meer was aangekondigd. De toenemende onweerskansen lieten vele tientallen millimeters regen toe in onder andere het Italiaanse Aostadal, Val di Fassa en Alta Badia waar ook veel wateroverlast optrad.
Ook deze beelden uit Olang, in het Zuid-Tiroolse Pustertal liegen er niet om:
Let wel, dit soort onweersbuien zijn lokaal. Er zijn ook gebieden waar het droog bleef en de droogte onverminderd voortduurt.
Vanaf nu keert rust langzaam terug, doordat een (nieuw) hogedrukgebied zich vanaf de Azoren uitbreidt over Europa. De onweersneiging wordt hierdoor onderdrukt en het zonnige, droge weer keert terug. Een lokale onweersbui in de namiddag is niet uit te sluiten, vooral in de Zuid-Alpen, maar van het meer grootschalige onweer van de laatste dagen is geen sprake meer. Kortom we krijgen andermaal een week met prachtig, warm zomerweer. De temperaturen liggen in de dalen veelal tussen de 25 en 32 graden.
Nu juli achter de rug is kunnen we concluderen dat deze maand opnieuw veel te warm is verlopen, dat geldt voor het hele Alpengebied. Op de Zugspitze, op de grens van Duitsland en Oostenrijk, was juli 2,9 graden warmer dan het langjarig gemiddelde. In Zwitserland was juli 2,4 graden warmer dan normaal, nadat mei en juni al de op een na warmste mei- en junimaanden waren in de meetgeschiedenis (sinds 1864)!
Deze grafiek met de julitemperatuur sinds 1864 laat niks aan de verbeelding over, de julimaand warmt steeds verder op in Zwitserland, vooral sinds de jaren 80. De groene onderbroken lijn is het (al opgewarmde) gemiddelde van de periode 1991-2020 en ligt op 14,6°C.
Het klinkt bizar, maar hoe slecht dit ook is voor de gletsjers in de Alpen, zo gunstig is deze verandering voor een zomervakantie in de Alpen. Waar een gemiddelde Alpenzomer in het verleden vaak wisselvallig was, komen compleet verregende dagen steeds minder vaak voor. Het is bovendien veel zonniger geworden.