Gletsjertocht in de Vallée des Belleville

Val Thorens en Les Menuires zijn mateloos populair vanwege de wintersportmogelijkheden, maar veel minder bekend is dit dal in de zomer. Die onwetendheid is echter niet (meer) terecht! De Vallée des Belleville timmert hard aan de weg om een volwaardige zomervakantiebestemming te worden. Vandaag deel 1 van een tweeluik over de Vallée des Belleville: een gletsjerwandeling naar de Val Chavière gletsjer.

Nieuwe zomerbestemming

Deze zomer bezocht ik de Vallée des Belleville in de Franse Alpen. Het is mijn eerste kennismaking met Les Menuires, Val Thorens en St. Martin de Belleville in de zomer. In de winter kun je er een week rondskiën en dan heb je nog niet alles gezien, maar in de zomer mag het vrijetijdsaanbod er ook wezen. Fietsen ((e-)MTB én racefiets), wandelen, klimmen, gletsjertochten en mountain karts, je vindt het er allemaal. Bepaalde delen van het dal zijn in de zomer zelfs mooier dan in de winter.

Tocht naar de Val Chavière gletsjer

Mijn uitvalsbasis is Les Menuires. De architectonisch minder fraaie kant van dit station neem je graag voor lief als je zó centraal zit in de Vallée des Belleville. Voor de eerste activiteit rijden we naar Val Thorens. Ter hoogte van het dorp draaien we een bergweg op die ons naar ruim 2800 meter brengt. Hier begint onze wandeltocht naar de Val Chavière gletsjer, een tot voor kort eeuwig gewaande ijsmassa. Onze gids Jean-Luc legt uit: ‘20 jaar geleden skiede ik vanaf de gletsjer tot hier op 2800 meter, ook in de zomer’. Nu wij er zijn is alle sneeuw verdwenen en resteert er een klein stukje ijs van de Glacier de Thorens.

We wandelen langzaam omhoog naar de Col de Thorens (3.105 meter). Hier begint de Chavière gletsjer, ons doel van vandaag. Tussen rotsblokken en gletsjerspleten banen we ons een weg over deze nog steeds indrukwekkende ijsreus. Tegelijk wordt de kwetsbaarheid ervan wel onder onze neus gewreven. De sneeuw is grotendeels verdwenen waardoor het ijs open en bloot ligt. Op de plek waar in de jaren 80 nog zomerskiliften draaiden, resteert nu een ijsvlakte met smeltwatergeultjes. Het kabbelende water onderbreekt de indrukwekkende stilte op deze hoogte. Het ijs heeft het zichtbaar moeilijk. Jean-Luc die de gletsjer al 40 jaar kent komt er steeds op terug: ‘Kijk, die rotsen waren 2 jaar geleden nog niet zichtbaar. Toen was er nog alleen ijs’. Even later brokkelen er wat stenen van een rotswand, niet zover van waar we zojuist gelopen zijn. Jean-Luc: ‘Jullie zijn journalisten, vertel de mensen wat je hier ziet.’ Het klinkt als een noodkreet van deze gepassioneerd bergliefhebber.

Goed voorbereid

Terwijl het weer langzaam verslechtert beginnen we aan de terugweg. Omdat een gletsjerwandeling op veel plaatsen in de Alpen überhaupt niet (meer) mogelijk is, was dit een ervaring om nooit te vergeten. De stilte, het natuurschoon, de gems die we over de gletsjer zagen lopen en natuurlijk het magische ijs. Maar wandelen op een gletsjer doe je niet zomaar. Je hebt stevige bergschoenen nodig, stijgijzers (een soort overschoenen met metalen pinnen zodat je niet uitglijdt, een ijspikkel en een heupgordel met touw waarmee je aan elkaar vastzit. Mocht je uitglijden, dan kan de groep de val opvangen. En zeker in de huidige staat van de gletsjers is het eigenlijk noodzakelijk om de tocht begeleid te doen met een ervaren gids. In de Vallée des Bellevilles meld je je daarvoor bij het gidsenbureau guides-belleville.com. De kosten bedragen 50 euro per persoon, maar die zijn het dubbel en dwars waard.

In deel 2 vertel ik over de vernieuwde fietsmogelijkheden in het dal, ook voor de wielrenners!