Vorige zomer was ik onderweg in de machtige Zillertaler Alpen voor een driedaagse huttentocht. De beroemde Berliner Höhenweg stond al langer op mijn bucketlist, maar nu was het dan eindelijk zover. Een verslag van onze driedaagse tour door het Naturpark Zillertaler Alpen.
De start van de trip is grijs en regenachtig. Een dag die we in Oostenrijk de afgelopen zomer nauwelijks hadden gezien. Na de laatste spulletjes te hebben ingepakt vertrekken we vanuit ons “basecamp” in Innsbruck met het openbaar vervoer naar het Zillertal. Het treinnetwerk van Tirol is over het algemeen zeer betrouwbaar en zit erg goed in elkaar. In slechts vijf kwartier staan we al op het station van Mayrhofen. Hiervoor is één overstap nodig in Jenbach. Vanaf daar vertrekt het rustieke boemeltreintje door het Zillertal naar Mayrhofen. Eenmaal aangekomen in dit dorp pakken we bus 4102 die door het Zemmtal via Ginzling helemaal tot aan het Schlegeis stuwmeer rijdt.
Het smalle zijdal van het Zillertal doet op het eerste oog misschien anders vermoeden, maar het barst hier van de activiteiten. Naast het avontuurlijke canyoning en de klettersteig en zipline op de Schlegeis stuwdam kun je hier genieten van het uitgebreide wandelnetwerk met veel mooie almen en berghutten. Een van de hotspots is de Olperer Hütte met de inmiddels beroemde hangbrug hoog boven het stuwmeer.
Wij gaan echter niet zo ver met de bus omhoog, maar stappen uit bij Alpengasthaus Breitlahner, een traditionele “Einkehrmöglichkeit” voor tijdens je wandeling. Overnachten kun je er ook. Vanaf hier start onze tocht. Door het Zemmgrund zetten we onze eerste stappen over een breed wandelpad. In totaal moeten we zo’n 600 hoogtemeters overbruggen tot ons doel voor vandaag: de Alpenrosenhütte. Het regenachtige weer samen met de steile kliffen en imposante watervallen zorgen ervoor dat het voelt alsof we in een filmdecor wandelen. Al snel bereiken we de Grawand Hütte, iets over de helft van de wandeling. We slingeren steeds verder omhoog en laten de bossen achter ons. Na een wat smallere passage met enkele tientallen meters onder ons het kolkende regen- en smeltwater naderen we onze eindbestemming. Het dal wordt plotseling een stuk vlakker en breder en net voor de hut staan er wat koeien te grazen. Het is inmiddels behoorlijk fris geworden en het begint bovendien wat harder te regenen. De koeien doet het niks, maar wij zijn blij dat we ons op kunnen warmen in de knusse hut.
We hebben een overnachting geboekt voor het “Matratzenlager”, de goedkoopste optie. Doorgaans lig je dan met veel mensen naast (en boven) elkaar in een kleine ruimte te slapen, maar hier is onze slaapplek beduidend ruimer opgezet met allemaal aparte hoekjes, waardoor je toch wat meer privacy hebt. Het avondeten is simpel maar bevredigend en na een paar kaartspelletjes vallen onze ogen dicht en is het de hoogste tijd om te gaan slapen. De echte tocht moet immers nog beginnen.
Na een goede nachtrust op een redelijk oud matras en een iets te volle maag van het uitgebreide ontbijtbuffet stappen we de deur uit bij de Alpenrosenhütte. Eerst genieten we nog van het uitzicht en halen we een paar diepe teugen frisse berglucht, maar dan is het tijd om te vertrekken. Ons doel was om de 1000 hoogtemeters die voor ons liggen in een flink tempo te overmeesteren zodat we in de middag genoeg tijd zouden hebben om af te dalen. Na ongeveer 30 minuten komen we bij de Berliner Hütte aan. Een overnachting in deze atypische berghut is eigenlijk ook een must. Van buiten ziet de hut er al majestueus uit, zeker in combinatie met het schitterende uitzicht op de vergletsjerde Zillertaler Alpenhoofdkam, maar bij binnenkomst in de in 1879 gebouwde hut waan je je in een paleis. We treffen een imposante hal aan met in het midden een kroonluchter en een schitterende houten trap naar de eerste verdieping. De eetzaal ziet er net zo indrukwekkend uit. Een uitgebreide pauze was mooi geweest, maar helaas moeten we door.
Tot aan de Schwarzsee stijg je geleidelijk en is het pad nog niet al te moeilijk. Wel word je telkens verleid om even om te draaien en te genieten van het uitzicht. Het panorama op de ruige drieduizenders en de indrukwekkende gletsjers kan gewoon niet beter. Vanaf de Schwarzsee zijn het nog circa 400 hoogtemeters. Door de hoogte en het steeds uitdagender wordend terrein zijn dit de moeilijkste van de hele klim. Eenmaal boven op de Nördliche Mörchenscharte aangekomen is het even slikken. Ons doel, de Greizer Hütte, is weliswaar in zicht, maar voor ons ligt nog een afdaling van ruim 1000 hoogtemeters plus een stijging van wederom zo’n 450 hoogtemeters.
Na een korte adempauze zetten we de wandeling snel voort om zo weinig mogelijk tijd te verliezen. Het eerste gedeelte is erg steil, maar gelukkig gezekerd met een staalkabel. Daarna slinger je via ontelbare zigzags steeds dieper het dal in. Halverwege de steile afdaling is het tijd voor een iets uitgebreidere lunchpauze. Hemelsbreed is het nog ongeveer anderhalve kilometer, maar we hebben alsnog enkele uren wandelen voor de boeg. Met een nieuw panorama over het Floitengrund en de Floitenkees fantaseren we over hoe mooi het zou zijn om vanaf onze lunchplek met een zipline binnen 5 minuten op het terras bij de hut te zitten met een radler in onze handen. We hadden de bouwplannen van de zipline met alle plezier nog verder uitgewerkt, maar het was toch echt de hoogste tijd om weer te vertrekken. Het laatste gedeelte van de afdaling is nog behoorlijk steil met enkele klauterpassages en zelfs een lange ladder, maar al snel zijn we in het dal aangekomen.
Vol motivatie beginnen we aan de laatste klim. Het veranderde perspectief en het afwisselingsrijke wandelpad zorgen ervoor dat we sneller dan verwacht bij de Greizer Hütte aankomen. De hut ligt op 2227 meter hoogte en biedt een schitterend uitzicht op het dal en de vergletsjerde alpenhoofdkam. Flink hongerig schuiven we aan tafel in de gezellige eetruimte van de hut. De Tiroler Gröstl als hoofdgerecht en een Kaiserschmarrn als nagerecht hebben nog nooit zo goed gesmaakt als hier. Ook hier werd er nog gezellig nagetafeld met wat spelletjes en de uitwisseling van ervaringen met andere gasten, maar met in ons achterhoofd dat we morgenvroeg naar de Gigalitz (3001m) willen, besluiten we om ons om 21:00u toch maar klaar te maken voor onze tweede hutovernachting.
Na een goede nachtrust in de krappe 12-persoons slaapruimte en een simpel maar stevig ontbijt staan we om 8:00u weer buiten. Terwijl het bij de hut in de schaduw nog erg fris is, schijnt de zon al volop op de sneeuwloze Floitenkees. De Gigalitz is ons oorspronkelijk doel, maar bij de eerste splitsing besluiten we gezamenlijk om van dit plan af te wijken. De klim naar de drieduizender is erg steil met enkele klauterpassages (1+) en staat bekend als “klassisches Absturzgelände”. Omdat er nog ruim 20 kilometer voor ons liggen en we geen trek in een race tegen de klok hebben, besluiten we om de Gigalitz met de vochtige ondergrond vandaag te laten voor wat het is.
We zetten de wandeling voort richting de 2701 meter hoge Lapenscharte, een col die vergelijkbaar is met de Nördliche Mörchenscharte van de vorige dag, maar beduidend minder steil. Aan de andere kant ligt het Stilluptal waar we in een rap tempo afdalen door redelijk toegankelijk maar ook steenrijk terrein. Ook hier lijkt de volgende hut, de Kasseler Hütte, al snel binnen handbereik te liggen, maar schijn bedriegt. Vanaf de Lapenscharte tot de Kasseler Hütte duurt de wandeling ruim 3,5 uur. Je loopt hier door het door gletsjers gevormde rotsachtige landschap in een soort van boog, waardoor je stiekem toch flink wat extra meters maakt. De Kasseler Hütte is normaliter ook een overnachtingsstop tijdens de huttentocht van de Berliner Hütte, maar wij zetten onze wandeling voort. Vanaf hier slingert een vrij eenvoudig wandelpad over de steile flanken naar beneden en al snel komen we in het dal. Op enkele kilometers afstand ligt de idyllische Grüne-Wand-Hütte, waar je een shuttlebus terug kunt nemen, maar wij willen onze wandeling afsluiten bij het Stillup stuwmeer. Het betekent wel dat we nog ongeveer 10 kilometer voor de boeg hebben, maar na de uitdagende wandelpaden van de afgelopen dagen overmeesteren we deze relatief vlakke kilometers in zo’n twee uur.
Bij het Gasthof Wasserfall, gelegen aan het Stillupmeer eindigt onze huttentocht over een gedeelte van de Berliner Höhenweg na 45 kilometer en ruim 3000 hoogtemeters. Na een korte busrit naar Mayrhofen zitten we alweer in de trein terug naar Innsbruck. Moe maar voldaan.
Ik kan iedereen aanraden om eens een huttentocht te doen. Wees daarbij wel eerlijk tegen jezelf en beoordeel wat je aankan. Voor de absolute beginners is de Berliner Höhenweg te hoog gegrepen en zijn er betere alternatieven, maar voor iedereen die al meer bergervaring heeft kan ik het alleen maar aanbevelen. In totaal leg je met de Berliner Höhenweg maar liefst 85 kilometer en ruim 6600 hoogtemeters af. De tocht is opgedeeld in 8 dagen. Alle details vind je hier. Natuurlijk kun je, net zoals wij hebben gedaan, ervoor kiezen om slechts een deel van de tocht te doen. Een goede voorbereiding en tijdsplanning is natuurlijk wel essentieel.
De alpenvereniging heeft een online boekingsplatform waardoor je alle hutovernachtingen eenvoudig online kunt reserveren. Hier kun je in een oogopslag zien waar en wanneer er nog slaapplekken over zijn. Lid worden bij de Alpenvereniging/NKBV is een aanrader om korting (en voorrang) te krijgen bij de hutovernachtingen.
Belangrijk is dat je een dergelijke huttentocht niet onderschat. De Berliner Höhenweg is absoluut geen makkie. Enkele steile passages maken de route behoorlijk technisch. Daarnaast moet je conditie goed op orde zijn en is Trittsicherheit (zekervoetigheid) en Schwindelfreiheit (geen angst voor hoogtes) nodig. Het hoogste punt ligt boven de 3000 meter (de Schönbichler Horn op 3133 meter hoogte) en een groot deel van de tocht loopt boven de 2500 meter. Zeker met het naar boven wandelen merk je de ijle lucht al snel. Goede en stevige wandelschoenen zijn erg belangrijk en ervaring met wandelingen in het hooggebergte is ook nodig. Je treft enkele (korte) klimpassages (gezekerd met een kabel) aan en hogerop liggen er vaak tot laat in de zomer nog sneeuwvelden. Tenslotte kan slecht weer de tocht ook een flink stuk moeilijker maken. Sneeuw in het hooggebergte is ook in de zomer geen uitzondering. Het zijn allemaal factoren die ervoor zorgen dat deze tocht niet te vergelijken is met een simpele wandeling door een liefelijke alpenweide.
Ook is het belangrijk dat je een overzicht hebt wat je wel en niet moet meenemen voor een huttentocht. Zorg dat je niet te veel mee de berg op sleurt (elke kilo extra merk je al vrij snel), maar wel het basismateriaal bij je hebt. Hieronder een lijstje met dingen die sowieso in je rugzak moeten:
Protip: goede oordopjes (bijv. Ohropax) voor in de hut!
Al met al is een huttentocht geen kinderspel dus, maar het is alsnog een echte aanrader. Je bent weg van de bewoonde wereld. Je wordt volledig ondergedompeld in de hoogalpiene landschappen en verbaast je telkens weer over die heerlijke stilte. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar ondanks de pittige wandelingen die toch veel kracht kosten kom je hier hoog in de bergen pas echt tot rust.