Je hoeft dus niet ‘helemaal’ naar Oostenrijk of Zuid-Frankrijk te reizen om geweldige bergwandelingen te maken. Dichter bij huis, in het Zuid-Duitse Beieren, vind je ook al prachtige wandelroutes naar best wel grote hoogte. Ik beklom de Hochfelln, onderdeel van de Chiemgauer Alpen, en wat een geweldige ervaring was dat!
De Chiemgauer Alpen, en dus de Hochfelln, zijn in principe de noordelijkste uitlopers van de Alpen. Vanaf hier begint al het berggeweld van Oostenrijk en verder. Dat maakt deze wandeling ook wel makkelijk qua logistiek: je hoeft geen bergpas op of over om bij het beginpunt te komen, de Alpen beginnen hier namelijk. Je begint je wandeling bij het dalstation van de kabelbaan van Hochfelln, in het toepasselijk genaamde plaatsje Bergen. Hier kun je ook je auto parkeren. Ook wel makkelijk: als je eenmaal boven gekomen niet meer de puf hebt om naar beneden te lopen, pak je met gemak ook de lift en ben je direct bij je auto. Dit is waar je bij de Hochfelln mee te maken krijgt:
In eerste instantie voert deze bergwandeling je over een breed kiezelpad, door een dicht bergbos. Langs de weg stroomt een riviertje naar beneden en die wijst je voor een lange tijd de weg. Niet dat die anders moeilijk te vinden zou zijn, overigens. Anders staat de route ook aangegeven op borden langs het pad. Hier en daar kom je wat watervallen tegen, afhankelijk van de hoeveelheid neerslag uiteraard. Naarmate de weg door dit bos vordert, worden de stukken wel echt steiler.
Zodra je het bos uitkomt, kom je direct terecht in een typisch Alpenlandschap. Koeien lopen vrij rond, hun bellen luid rinkelend. Rond het middenstation vind je een aantal berghutten, waar je lekker uit kunt rusten of even iets te eten kunt bestellen bij een ober in Lederhosen of Dirndl. Hier krijg je ook voor het eerst mee hoe hoog je eigenlijk al geklommen bent, met een eerste blik op het Beierse laagland en de grootse Chiemsee op de voorgrond.
Als je de Bründling Alm gepasseerd bent, ben je ongeveer op driekwart van je bergwandeling. Je komt hier ook al een eerste gipfelkreuz tegen, maar ik beloof je: het uitzicht bij die op de top is stukken beter. Dit laatste stuk gaat grotendeels door het open veld en door een steeds rotsachtiger omgeving. Hier en daar zijn er steile stukken, maar ook hier is het pad over het algemeen goed te bewandelen. Met steeds Beieren en de Chiemsee in je rug, zie je de top steeds verder naderen.
Een paar honderd meter voor de top, ga je over de bergrug heen. Hier word je plotseling geconfronteerd met kilometers na kilometers aan Alpentoppen, de een nog hoger dan de ander. Een panorama om voor te blijven wonen. Maar de echte top vind je even verderop, met een kerkje, een schuilplek voor slecht weer, een restaurant én het bergstation van de Seilbahnen Hochfelln. En het onvermijdelijke Gipfelkreuz. Met een 360° panorama over aan de ene kant Zuid-Duitsland en aan de andere kant de Tiroolse Alpenreuzen weet je niet waar je moet kijken!
Zoals gezegd, heb je op dit moment twee keuzes. Je kunt naar beneden lopen (via een andere weg dan je kwam) of je kunt de lift naar beneden nemen. Gouden tip: let in dit geval wel op de vertrektijden van de laatste lift. Wij hadden deze laatste lift, maar dat was niet omdat we dat zo goed gepland hadden. Hadden we vijf minuten langer staan gapen naar het uitzicht, dan hadden we nog even drie uur naar beneden moeten wandelen en waren we waarschijnlijk stukken minder enthousiast geweest over deze bergwandeling…