De Mont Ventoux. Beroemd en berucht, maar vooral een uitdaging die je als wielrenner ooit eens bedwongen wilt hebben. Noem het een bedevaart, noem het afgoderij, noem het sado-masochisme: de Mont Ventoux beklimmen is echt het mooiste wat je kunt doen met een racefiets onder je kont. In deze blog leg ik je daarom uit wat je moet weten, hoe je je het beste kunt voorbereiden en wat je te wachten staat op de Reus van de Provence…
Wat de Ventoux zo bijzonder maakt is namelijk niet alleen zijn forse aantal kilometers of zijn steilheid. Want je komt onderweg zoveel meer tegen, van vliegen en hitte tot de wind en jezelf; dat maakt het ook zo bijzonder om boven te komen. Want tijdens de Tour ziet het er allemaal wel rechttoe-rechtaan uit, maar in de praktijk valt dat reuze tegen. Zo is het weer een tikkie onvoorspelbaar en kan het ieder moment omslaan. De berg heet ook niet voor niets Ventoux, een verwijzing naar het Franse woord voor wind (vent). Vooral in het maanlandschap boven de boomgrens heeft deze wind vrij spel. Dus daar mag je dan ook nog even mee dealen.
Maar als je denkt dat het stuk ónder de boomgrens een feestje is, dan kom je ook van een koude kermis thuis. Eerder het tegenovergestelde eigenlijk. De hitte van de Provence blijft namelijk hangen in dit bos wat het niet alleen een zweterige bedoening maakt, maar ook een ideale habitat voor hele irritante vliegen. En als je denkt dat dat alles is, dan heb je ook nog eens de kans om in een apocalyptische wolkbreuk terecht te komen, die met enige regelmaat losbarsten boven de berg.
En dan hebben we het ook nog niet gehad over de historie van de berg, niet zelden de scherprechter geweest in de Tour de France. Van Tommy Simpson, die dankzij een combinatie van drank en drugs, zijn einde vond op de flanken van de Ventoux, tot Chris Froome die zonder fiets de berg op rent: deze berg is een van de hoofdonderwerpen van ons collectieve wielergeheugen. En juist vanwege al deze ingrediënten, vanwege de onvolprezen wielerromantiek die rond de Mont Ventoux hangt, wil jij deze vink kunnen zetten!
Naast je strijd met de elementen heb je dus ook nog de meer doorsnee strijd met de klim zelf. En die liegt er ook niet om (je kunt de Ventoux overigens op drie verschillende manieren beklimmen. ik ga voor de eenvoud even uit van de zwaarste manier, die vanaf Bedoin):
In Nederland en België is het wat lastig om je klimbenen echt goed voor te bereiden op het buitencategorie klimwerk dat de Ventoux je voorschotelt. Ik was dan ook redelijk blue toen ik besloot dat ik de Ventoux ‘wilde doen’. Mijn voorbereiding bestond vooral uit kilometers maken, zo nu en dan afzakken naar Zuid-Limburg voor wat zwaardere inspanning en alvast wat colletjes oefenen op de KICKR of Zwift. Meer tips voor je eerste beklimming vind je overigens in deze blog van Rogier.
Fast forward naar jouw dag der dagen: wat kun je precies verwachten? Als je de Ventoux vanuit Bedoin beklimt, dan gaan de eerste paar kilometers totaan het bos je waarschijnlijk verrassend goed afgaan. Gedachten als ‘is dit het nou?’ komen voorbij, aangezien het zes kilometer van 4-5% duurt voordat het bos opdoemt. Die kun je al mooi in je zak steken, denk je dan. In het bos gaat het dan gauw van kwaad tot erger. Tot kilometer 14 gaat de Ventoux je proberen te slopen met onregelmatigheid, steilheid, de hitte en vliegen. En, in mijn geval, ingehaald worden door twee zestigers die zweetloos op een e-bike zaten.
Als je eenmaal het bos uit bent en Chalet Renard bent gepasseeerd, zul je merken dat het even meevalt. De klim wordt wat regelmatiger, het uitzicht imposanter en de beroemde toren van het weerstation laat zich zo nu en dan al even zien. Dat was het moment waarop ik wist dat ik het ging halen: die toren is namelijk een geweldig richtpunt, die met iedere bocht weer wat dichterbij gekomen is.
Een dikke anderhalve kilometer voor de top, kom je het monument van Tommy Simpson tegen. Vanaf dat moment gaan de percentages ook weer de lucht in. Maar houd vol, want de toren komt steeds dichterbij. Ellende is wel, dat de laatste kilometer nog even tegen 10-11% is en je echt nog even op de pedalen moet om daar te komen…
Omvallen mag. Traantje laten ook. Je bent nu onderdeel van het collectieve wielergeheugen. Ofja, zoiets in ieder geval. Ik vond het in ieder geval de allervetste twee uur en vier minuten die ik ooit op mijn fiets gezeten had. Laat je me weten wat jouw tijd was?