Bergwandelen is een heerlijke sport. Van de natuur genieten en avonturen beleven. Als je gaat bergwandelen heb je relatief weinig spullen nodig. Want hoe lichter je rugzak, hoe fijner het wandelen. Toch is het belangrijk om aan een aantal zaken te denken om je tegen de elementen te beschermen en jezelf te kunnen redden in onvoorziene situaties. Let op: dit is een lijst voor standaard bergwandelingen: hoe avontuurlijker je je tochten maakt, hoe meer spullen je toch nodig zult hebben.
Dat vertrouwde een Franse bergredder me ooit toe. En als je je aan de ongeschreven basisregels van de bergsport houdt, dan heb je inderdaad weinig nodig. Dit betekent dat je goed naar het weerbericht kijkt (en daarnaar handelt), tochten uitkiest die in je vermogen liggen, eerlijk over je eigen kunnen bent voordat je op pad gaat én als zaken tegenvallen tijdens je tocht dat je daar ook naar handelt.
Zorg voor een rugzak die comfortabel zit, op jouw maat is en waar je al je spullen prettig in mee kunt nemen. Kies echter niet voor een te grote rugzak. Hoe groter de rugzak, hoe groter de kans dat je te veel, en onnodige zaken, mee gaat nemen. Hoe lichter je rugzak, des te meer plezier je zult hebben.
Ga uit van de volgende basisprincipes:
Het is echter onmogelijk om precies te zeggen wélke kleding je extra nodig hebt. Dit is namelijk anders als je in een middengebergte als de Vogezen gaat wandelen dan een Alpiene hooggebergte als Ecrins in de Alpen, waar je veel boven de 2500 meter komt. Maar de basisprincipes zijn hetzelfde. Zorg ervoor dat je je tegen de (verwachte) elementen kunt beschermen als het weer omslaat, of als een tocht langer duurt dan gepland. Ook is het op hoogte vaak veel kouder dan je denk. Zeker als gezweet hebt en vermoeid bent, kan het snel koud aanvoelen. Neem ook altijd een extra fleecejack en/of donsjasje mee, net als een wind- en waterdichte jas. Als er kans op langdurige regen is, neem je ook een regenbroek mee. Een muts en een paar dunne handschoenen zijn zeker in alpiene terrein geen overbodige luxe, net als een ‘buff’. Maar ook hier geldt weer: pas je aan de weersverwachtingen aan. Het heeft geen zin om een drielaags Gore-Tex jas mee te pakken, als er in de verste verte geen regen wordt voorspeld. In dat geval volstaat een (vaak veel lichtere) soft-shell of windjack ook.
De zon is natuurlijk heerlijk, maar ook gevaarlijk. Oververhitting, uitdroging en een zonnesteek ligt op de loer, en in de bergen is dit gevaar nog veel groter dan in de lage landen. Door de koele berglucht voel je de zon soms amper branden en door de grote hoogte is de straling ook nog eens veel sterker. Neem daarom altijd een pet of hoed mee (en zet deze ook op!), net als een goede zonnebril die goed op je gezicht aansluit. Een factor 3-bril is in de bergen echt aan te raden. Zorg ook voor een goede lippencreme met hoge beschermingsfactor.
Je verbruikt in de bergen namelijk veel meer vocht dan je in Nederland of België doet. Een Isotone dorstlesser is daarvoor ideaal. Drink tussen de 0,4 en 0,8 liter per uur. Zorg ook voor voldoende eten, want ook hier geldt dat je in de bergen en tijdens wandelingen veel meer verbrandt dan op je bureaustoel in Nederland. Kies hier voor gezonde en uitgebalanceerde voeding.
Tegenwoordig kan bijna niemand meer zonder zijn telefoon. Komt dat even goed uit: in de bergen móet je hem ook meenemen. Dit keer niet voor jouw plezier (al is het ook niet erg dat je hier en daar wat foto’s van je bergwandeling kunt maken), maar om topografische kaarten te raadplegen of, in geval van nood, de bergredding te kunnen bellen. Onthoud dat het Europese noodnummer 112 soms ook werkt als jouw eigen provider geen bereik heeft. Zorg er wel voor dat je de batterij niet onnodig verbruikt. Je telefoon is dus vooral een noodhulpmiddel en géén speeltje!
Als je op goed bewegwijzerde paden loopt, is een goede kaart al voldoende. Er gaat ook niets boven een goede 1:25.000 kaart op papier. Hiervan kunnen de batterijen namelijk ook niet op gaan. Dat gezegd hebbende, zijn er heel goede apps op je telefoon waar je voor een kleine vergoeding gebruik kunt maken van topografische kaarten, die je ook perfect lokaliseren. Voor korte wandelingen is dit helemaal prima. Als je verder de natuur in gaat is een kaart, kompas en GPS echter geen overbodige luxe. Bottomline: zorg ervoor dat je altijd kunt oriënteren op het type terrein waar jij bent, ook als je telefoon leeg is!
Een telefoon heeft lang niet altijd bereik. Een klein reddingsfluitje (deze zitten soms ook in je rugzak verwerkt) kan al levens redden. Als je in de problemen komt is het eenvoudiger om te fluiten dan te roepen. Het alpiene noodsignaal is: 6x per minuut met regelmatige tussenpozen een signaal. Daarna een minuut stilte. Dit kun je 's nachts natuurlijk ook met een lamp (bijvoorbeeld van je telefoon) doen.
Neem in je EHBO-set alleen materiaal mee waarvan je weet hoe je het moet gebruiken. Neem ook geen overbodige spullen mee. Zaken als sporttape, snelverband, ontsmettingsmiddel, een pijnstiller zoals paracetamol en een reddingsdeken is de basis van iedere EHBO-set. Verder is het verstandig om als je bijvoorbeeld veel in bossen en grasland loopt om een tekentang bij je te hebben. Ga je echter boven de 1500 meter, dan heb je deze juist weer níet nodig. Beoordeel op deze manier de specifieke behoeften van iedere wandeling elke keer opnieuw.