Mei is normaal gesproken de maand waarin wandelaars voorzichtig weer de bergen in kunnen trekken. Dit jaar lijkt het echter nog volop winter op veel plaatsen in de Alpen. De parkwachters van het Nationaal Park Les Ecrins waarschuwen voor grote hoeveelheden sneeuw op wandelpaden in en rond het Ecrins-massief.
Als er één kenmerkend element is voor deze lente van 2024 in de bergen, dan is het wel de dikte van de sneeuwlaag, die soms recordhoogtes bereikt op hoogte: in Vallouise bijvoorbeeld, lag er op 21 mei 3,74 meter sneeuw op 2940 meter hoogte op de Glacier Blanc, wat de op twee na hoogste accumulatie is voor eind mei in de afgelopen 30 jaar; in het Champsaur is er op 20 mei 2,98 meter sneeuw gemeten op 2580 meter hoogte (bij het Lac des Estaris in Orcières).
Over het algemeen ligt de sneeuwgrens in het massief rond de 2100 meter hoogte op noordhellingen (soms zelfs lager in sommige valleien van Vallouise), en tussen de 2300 en 2400 meter hoogte op zuidhellingen. Boven deze hoogtes zijn geen paden begaanbaar zonder geschikte uitrusting (ski’s, sneeuwschoenen, stijgijzers, pickel).
’s Ochtends is de sneeuw erg hard, wat de kans op gevaarlijke vallen erg groot maakt, en ‘s middags is de sneeuw zacht, wat het lopen bemoeilijkt en er een aanzienlijke kans is op natte sneeuwlawines. Daarom worden alle hoge bergcols, inclusief die van de GR54, sterk afgeraden voor wandelaars. Gezien de nog aanwezige accumulaties is het waarschijnlijk dat de hoogste delen van de Tour de l’Oisans en Les Écrins gedurende een groot deel van de maand juni nog met sneeuw bedekt zullen blijven.
Een ander opmerkelijk element van deze lente is de omgang met de gevolgen van het slechte weer in 2023. Sommige paden zijn onbegaanbaar en veel bruggen moeten herbouwd worden. Deze werkzaamheden zijn begonnen en zullen doorgaan tot eind juni. Tot die tijd moeten reizigers rekening houden met afgesloten wegen.
Vanwege de sneeuw zijn veel paden op noordhellingen niet toegankelijk. Dit geldt bijvoorbeeld voor het Sentier des Crevasses, de Col d’Arsine, de cols de l’Eychauda en des Grangettes. Het is beter om lager te blijven, zoals de Alpenweides van Villar-d’Arène vanaf de Pont d’Arsine, of blijf op de zuidhellingen, zoals de Chemin du Roy (volledig begaanbaar met enkele overgebleven sneeuwvelden).
Zoals elders: vermijdt alle paden boven de 2.300 m aan de zuidkant en 2.100 m aan de noordkant uit de sneeuw te blijven. In het hart van het park kun je bijvoorbeeld naar de Saut du Laire of de Pré de la Chaumette lopen (alleen toegankelijk via het pad aan de rechteroever).
De vallei was een van de zwaarst getroffenen door het slechte weer vorig jaar. Op dit moment is er geen enkele brug behalve die bij de klim naar de refuge de l’Olan begaanbaar. De installaties van de nieuwe bruggen begint volgende week maar zal duren tot juni. Gecombineerd met de aanwezigheid van sneeuw boven de 2.400 m maakt dit de toegang tot de hutten in de hogere Valgaudemar (Chabournéou, Vallonpierre, Pigeonnier) moeilijk, zo niet onmogelijk. Lager in de vallei zijn de refuges de l’Olan en des Souffles bereikbaar, maar je kunt niet hoger gaan zonder sneeuw tegen te komen. In de Navette-vallei moet je bij Les Portes parkeren en het pad te voet volgen (het pad aan de rechteroever is vorig jaar weggevaagd). Let op als je de lus in de vallei overweegt, de brug onderaan is niet geplaatst en de doorgang is niet veilig. De meren Pétarel, evenals de cols Pétarel en de Béranne, liggen onder de sneeuw.
Hoewel onderhoudswerkzaamheden nog niet zijn afgerond, zijn de middelhoge berghutten (Carrelet, Châtelleret, Lavey, Muzelle) bereikbaar. Voor hogere hutten en routes boven de 2.100 m blijven er sneeuwvelden over en zijn de oversteek van beken nog niet uitgerust met bruggen. Het pad naar het dal van Font Turbat is vorig jaar ernstig beschadigd, dus ook hier is het nog lastig te wandelen.