De Alpen vormen in de zomer een paradijs voor liefhebbers van zon, heldere lucht en aangename temperaturen. Hoewel het weer in berggebieden snel kan omslaan, onderscheiden zich enkele regio’s door hun relatief stabiele, zonnige omstandigheden en zachte klimaat. In dit artikel belichten we vier Alpenregio’s die bekendstaan om hun mooie zomerse weer: het Engadin (Zwitserland), de Ecrins (Frankrijk), Zuid-Tirol (Italië) en Karinthië (Oostenrijk).
Het Engadin, in het zuidoosten van Zwitserland, dankt zijn zonnige zomerklimaat aan de beschutting door hoge bergketens. St. Moritz en omgeving heeft gemiddeld 7 tot 8 uur zon per dag tussen juni en augustus en middagtemperaturen van bijna 20 °C. Door de grote hoogte (rond 1.800 m) voelt de warmte droog en aangenaam aan, zonder de plakkerigheid van lagere valleien in bijvoorbeeld Ticino. ’s Avonds koelt het snel af, wat een verfrissende nachtrust garandeert.
Gelegen in de zuidelijke Franse Alpen, tussen Grenoble en Briançon, biedt het Écrinsmassief een perfecte mix van zon en verkwikkende bergkoelte. In de zomermaanden schommelen de temperaturen in de dalen tussen de 20 en 25 °C. Dankzij de mediterrane invloed zijn de zomers relatief droog, met gemiddeld slechts 6–8 neerslagdagen per maand, vaak van lokale onweersbuien. De beschutte ligging zorgt dat langdurige regenval zeldzaam is.
Het Italiaanse Zuid-Tirol combineert Alpenhoogte met Zuid-Europese zonneschijn. In de vallei van Meran (Vinschgau) en het Etschtal (Adige-vallei) worden in juli en augustus vaak middagtemperaturen van 30 tot 35 °C bereikt en is het meer dan 100 dagen per jaar 25 graden of meer. Dit deel van Zuid-Tirol is tevens de droogste regio van de Alpen. Ondanks de hoge temperaturen kenmerkt Zuid-Tirol zich ook door een dagelijks kans op een verfrissende onweersbui, vooral in de Dolomieten.
In het meest zuidelijke deel van Oostenrijk ligt Karinthië, bekend om zijn warme zomers én zuidelijke flair. Bekende meren als de Wörthersee en de Ossiacher See warmen op tot 24 °C–26 °C, terwijl de omliggende dalen de warmte ‘s nachts vasthouden zodat de avonden aangenaam zacht blijven. De nachten zijn hierdoor wel wat benauwder. De middagtemperaturen liggen in de zomer vaak tussen 27 °C en 32 °C, met zo’n 250 zonuren per maand. Daarmee is het weer vaak stabieler dan aan de noordkant van de Alpen.
Ook in deze regio’s is het weer natuurlijk nooit helemaal voorspelbaar: Opbollende stapelwolken kunnen in de namiddag zorgen voor enkele felle onweersbuien. Wees hier op voorbereid, zeker als je langer op pad gaat. Toch zijn deze buien meestal snel voorbij, waarna de zon terugkeert. Voor een zomerse vakantiebestemming met zonzekerheid en aangename temperaturen zijn dit echter uistekende vakantiebestemmingen.