Zeven tips om hoogtemeters op de fiets te maken in Zuid-Limburg

Hugo

Binnenkort begint de grote trek naar de Alpen, Pyreneeën of misschien wel de Mont Ventoux weer. En je weet dat het als wielrenner lastig wordt om die reuzen te bedwingen, als je alleen maar wekelijks rondjes om de plaatselijke polderkerk maakt. Daarom geven we je nu een paar tips voor (minder bekende) beklimmingen in het Zuidlimburgse Heuvelland, zodat je beter beslagen ten ijs komt!

De Cauberg, de Keutenberg en de Eyserbosweg kende je natuurlijk al

Iedereen kent de Cauberg in Valkenburg aan de Geul, de Keutenberg in Schin op Geul of de Eyserbosweg in Eys. Grootheden uit Nederlands enige wielerklassieker, de Amstel Gold Race. Deze iconische beklimmingen kunnen natuurlijk niet ontbreken als je een dagje of een weekendje gaat fietsen in het Zuid-Limburgse. Maar er is nog veel meer fraais te beklimmen!

De Eyserbosweg, een van de bekendste beklimmingen van Nederland.

1. Camerig: de moeilijkste beklimming van Nederland

De Camerig ligt tussen Epen en Vijlen en staat bekend als ‘de moeilijkste beklimming van Nederland’. Met 4.2 kilometer en een gemiddels stijgingspercentage van tegen de 5% is het sowieso (één van de) langste klimmen van ons land. Je kunt hem op twee manieren doen en beide zijn ze even fraai. Je kunt ervoor kiezen om een paar haar haarspeldbochten mee te pakken op de westelijke beklimming, of je pakt een paar verraderlijke afdalingen en steile stukken in de beklimming richting Vaals.

Camerig. De mooiste, maar ook een van de moeilijkste beklimmingen van Zuid-Limburg. Beeld: limburgsmooiste.nl

2. Het Drielandenpunt: het hoogste punt van Nederland

Ook al is de de 322 meter hoogte van het Drielandenpunt in Vaals natuurlijk peanuts vergeleken met wat je in de Alpen tegenkomt. En deze beklimming een hoogtestage noemen, is ook nogal een gotspe. Maar dan nog; je kunt dus wel zeggen dat je op het hoogste punt van Nederland stond. Deze beklimming kan ook van twee kanten en eigenlijk is die vanuit België de mooiste. Dat is de rustigste weg, waarbij je ook nog een paar haarspeldbochten meepakt (ook leuk voor de afdaling trouwens!). De beklimming vanuit Vaals is drukker, maar wel langer.

De haarspeldbochten van de Vaalserberg, op weg naar het hoogste punt van Nederland. Beeld: climbfinder.com

3. De Loorberg: een heerlijke loper

Omdat de beklimmingen in Zuid-Limburg vaak niet erg lang zijn, kom je als je jezelf wat wilt testen op uithoudingsvermogen bergop als snel uit bij beklimmingen als de Loorberg. Deze is namelijk relatief lang met 1.4 kilometer lang en stijgt met zo’n 5.4% gemiddeld. Maar het is een heerlijke weg in een prachtige omgeving. Nadeel: best wel een drukke weg.

4. Waan je de Koning van Spanje op de Lansraderweg

Om de een of de andere reden heeft de weg vanuit Gulpen richting het gehucht Lansrade ooit de naam ‘De Koning van Spanje’ gekregen. 1.6 kilometer lang en met een wisselend stijgingspercentage zodat je uitgedaagd wordt om je ritme te vinden. De Koning van Spanje is een heel mooi alternatief voor de twee manieren waarop je de bekendere Gulperberg (vanuit Gulpen of vanuit Partij) opfietst.

De Koning van Spanje is een mooi alternatief voor de beklimming van de Gulperberg.

5. Op en af van Sibbe naar Gulpen

Dit is niet zozeer één beklimming als wel een lange weg door typisch Limburgse dorpjes met geen meter horizontaal asfalt ertussen. Deze weg blijft op en af gaan en geeft je een hele mooie intervaltraining. En de uiteindelijke afdaling richting Gulpen is één lange achtbaan over een (over het algemeen) rustige weg!

Op en af door Zuid-Limburg op de wielrenfiets.

6. Harken op de Oude Hulsberg

Wel even goed zoeken voor deze, je bent er namelijk voorbij voor je er erg in hebt. Eén kilometer lang en hele stukken van 11/12%, de Oude Hulsberg is gemaakt voor het betere harkwerk. Anders dan de ‘Nieuwe’ Hulsberg is dit ook een rustig weggetje, dus je kunt van de hele breedte van de weg gebruiken om boven te komen.

Bovenaan de Doodeman.

7. De Doodeman: het macabere broertje van de Keutenberg

De laatste tip is ‘de andere kant van de Keutenberg’. Vaak vergeten, omdat de Keutenberg nou eenmaal zo’n grootheid is. Maar de Doodeman doet in niks onder voor z’n bekendere broertje, sterker nog: hij is gemiddeld zelfs steiler dan de Keutenberg en hij verdeelt zijn heftige stijgingspercentages over een veel langer stuk. En de meeste wielrenners kennen hem ook wel van die ontzettend leipe afdaling richting Stokhem: dat is hem. Dus misschien ook eens de route omdraaien?

Hugo
Zijn wieg stond in de Limburgse Alpen, waardoor zijn liefde voor het overwinnen van hoogteverschillen en weidse panorama’s er al vroeg inzat. Het liefst doet hij dit op de fiets of met wandelschoenen aan.

Reageren